Název: Het Vriezenveens : Waar komt het vandaan? Waar gaat het heen?
Variantní název:
- The Vriezenveen dialect : Where does it come from? Where does it go to?
Zdrojový dokument: Brünner Beiträge zur Germanistik und Nordistik. 2015, roč. 29, č. 2, s. [5]-20
Rozsah
[5]-20
-
ISSN1803-7380 (print)2336-4408 (online)
Trvalý odkaz (handle): https://hdl.handle.net/11222.digilib/134981
Type: Článek
Jazyk
Licence: Neurčená licence
Přístupová práva
přístupné po uplynutí embarga
Upozornění: Tyto citace jsou generovány automaticky. Nemusí být zcela správně podle citačních pravidel.
Abstrakt(y)
The Vriezenveen Dialect. Where Does it Come from? Where Does it Go to? The village of Vriezenveen (not far from Almelo in Twente, an eastern region of the Netherlands) has a dialect that differs from its neighbouring dialects in a number of features. For instance, instead of lengthened vowels in open syllables it can have rising diphthongs whereas the other Twente dialects have centered diphthongs or short vowels more open than the original short ones: ljèvn 'o live' [æ.] opposite to lèëvn [æǝ] of lævvn [æ] (Standard Dutch leven [e.] < [ε]). The riezenveen dialect also has (or had) diphthongs in stein 'stone' [εi], geitn 'to pour', bouk 'book' [ɔu] instead of Twente dialect stèèn [ε.], geetn [e.], book [o.], Standard Dutch steen [e.], gieten [i], boek [u]. These conservative features can be explained by the fact that the inhabitants of Vriezenveen had extensive contacts with the estphalian region through which they travelled on their commercial tours to Russia (Saint Petersburg). In this German region these features can still be found. On the other hand, a form like huus 'house', with [y.] instead of [u.], points in a western direction. Nowadays the young inhabitants of Vriezenveen are adapting their dialect to the more general Twente dialect. This regiolectisation clearly manifested itself during interviews organised in 2012 through 2015.
Reference
[1] ANTTILA, Raimo (1972): An introduction to historical and comparative linguistics. New York & Londen.
[2] AWEDYK, Wiesław & Camiel HAMANS (2003): Listening with foreign ears. In: Hajičová e.a., paper 53.
[3] BEZOEN, H.L. (1938): Klank- en vormleer van het dialect der gemeente Enschede. Leiden.
[4] BLOEMHOFF, Henk (2008): Klank en vormleer. In: Bloemhoff e.a., blz. 65–112.
[5] BLOEMHOFF, Henk, Jurjen VAN DER KOOI, Hermann NIEBAUM & Siemon REKER (red.) (2008): Handboek Nedersaksische Taal- en Letterkunde. Assen.
[6] BLOEMHOFF, Henk, Hermann NIEBAUM, Jan NIJEN TWILHAAR & Harrie SCHOLTMEIJER (2013): Low Saxon phonology. In: HINSKENS & TAELDEMAN, blz. 454–475.
[7] BREE, Cor VAN (1985): Structuurverlies en structuurbehoud in het dialect van Haaksbergen en Enschede. Een onderzoek naar verschillen in resistentie. In: Leuvense Bijdragen 74, blz. 1–35.
[8] BREE, Cor VAN (2008): Syntaxis. In: Bloemhoff e.a., p. 113–133.
[9] ENTJES, Heinrich (1968): Die Mundart des Dorfes Vriezenveen in der niederländischen Provinz Overijssel. Groningen.
[10] HAJIČOVÁ, Eva, Anna KOTĚŠOVCOVÁ & Jiři MIROVSKÝ (red.) (2003): Proceedings of CIL17, Praag (MFFUK CD-ROM).
[11] HEEROMA, K. (1964): Stratigrafie van de Oostnederlandse volkstaal. In: HEEROMA & NAARDING, blz. 39–69.
[12] HEEROMA K. & J. NAARDING (red.) (1964): Oostnederlands. Bijdragen tot de geschiedenis en de streektaalkunde van Oost-Nederland.'s-Hertogenbosch.
[13] HINSKENS, Frans (1996): Dialect levelling in Limburg. Structural and sociolinguistic aspects, dissertatie Nijmegen 1992 [verkorte en herziene versie onder dezelfde titel: Tübingen 1996].
[14] HINSKENS, Frans & Johan TAELDEMAN (red.) (2013): Language and Space. An international handbook of linguistic variation. Berlin & Boston.
[15] HOPPENBROUWERS, Cor (1990): Het regiolect. Van dialect tot Algemeen Nederlands. Muiderberg.
[16] JONG, Eveline D. DE (1979): Streektaal. Woordfrequenties in gesproken Nederlands. Utrecht.
[17] KLOEKE, G. G.(1927): De Hollandsche Expansie in de zestiende en zeventiende eeuw en haar weerspiegeling in de hedendaagsche dialecten. Proeve eener historisch-dialectgeographische synthese.'s-Gravenhage.
[18] KLOEKE, G. G.(1952): De Noordnederlandse tegenstelling west-oost-zuid weerspiegeld in de A-woorden. Een dialectgeografische excursie om de Zuiderzee. In: KLOEKE, blz. 185–227.
[19] KLOEKE, G. G. (1952): Verzamelde Opstellen. Assen.
[20] KLOEKE, G. G. (1955): Het taallandschap van onze noordoostelijke provinciën, Amsterdam.
[21] REENEN. Pieter VAN (2006): In Holland staat een 'Huis'. Kloekes expansietheorie met speciale aandacht voor de dialecten van Overijssel. Amsterdam & Munster.
[22] REKER, Siemon (1993): Groninger bewegingen: factoren bij taalverandering. In: Taal en Tongval, themanummer 6, blz. 11–25.
[23] SWANENBURG, Jos & Roeland VAN HOUT (2012): Recent developments in the mid southern dialects. In: HINSKENS & TAELDEMAN, blz. 319–335.
[24] TAELDEMAN, Johan (2000): Primaire of secundaire diftongering? In: De Tier, blz. 383–390.
[25] TIER, Veronique DE, Magda DEVOS & Jacques van KEYMEULEN (red.) (2000): Huldealbum Hugo Ryckeboer. Gent.
[26] VRIES, Wobbe DE (1927): Zijn Bilts en Vriezenveens ontstaan doordat Friezen van taal veranderden?. In: Tijdschrift voor Nederlandsche taal- en letterkunde 46, blz. 198-209.
[2] AWEDYK, Wiesław & Camiel HAMANS (2003): Listening with foreign ears. In: Hajičová e.a., paper 53.
[3] BEZOEN, H.L. (1938): Klank- en vormleer van het dialect der gemeente Enschede. Leiden.
[4] BLOEMHOFF, Henk (2008): Klank en vormleer. In: Bloemhoff e.a., blz. 65–112.
[5] BLOEMHOFF, Henk, Jurjen VAN DER KOOI, Hermann NIEBAUM & Siemon REKER (red.) (2008): Handboek Nedersaksische Taal- en Letterkunde. Assen.
[6] BLOEMHOFF, Henk, Hermann NIEBAUM, Jan NIJEN TWILHAAR & Harrie SCHOLTMEIJER (2013): Low Saxon phonology. In: HINSKENS & TAELDEMAN, blz. 454–475.
[7] BREE, Cor VAN (1985): Structuurverlies en structuurbehoud in het dialect van Haaksbergen en Enschede. Een onderzoek naar verschillen in resistentie. In: Leuvense Bijdragen 74, blz. 1–35.
[8] BREE, Cor VAN (2008): Syntaxis. In: Bloemhoff e.a., p. 113–133.
[9] ENTJES, Heinrich (1968): Die Mundart des Dorfes Vriezenveen in der niederländischen Provinz Overijssel. Groningen.
[10] HAJIČOVÁ, Eva, Anna KOTĚŠOVCOVÁ & Jiři MIROVSKÝ (red.) (2003): Proceedings of CIL17, Praag (MFFUK CD-ROM).
[11] HEEROMA, K. (1964): Stratigrafie van de Oostnederlandse volkstaal. In: HEEROMA & NAARDING, blz. 39–69.
[12] HEEROMA K. & J. NAARDING (red.) (1964): Oostnederlands. Bijdragen tot de geschiedenis en de streektaalkunde van Oost-Nederland.'s-Hertogenbosch.
[13] HINSKENS, Frans (1996): Dialect levelling in Limburg. Structural and sociolinguistic aspects, dissertatie Nijmegen 1992 [verkorte en herziene versie onder dezelfde titel: Tübingen 1996].
[14] HINSKENS, Frans & Johan TAELDEMAN (red.) (2013): Language and Space. An international handbook of linguistic variation. Berlin & Boston.
[15] HOPPENBROUWERS, Cor (1990): Het regiolect. Van dialect tot Algemeen Nederlands. Muiderberg.
[16] JONG, Eveline D. DE (1979): Streektaal. Woordfrequenties in gesproken Nederlands. Utrecht.
[17] KLOEKE, G. G.(1927): De Hollandsche Expansie in de zestiende en zeventiende eeuw en haar weerspiegeling in de hedendaagsche dialecten. Proeve eener historisch-dialectgeographische synthese.'s-Gravenhage.
[18] KLOEKE, G. G.(1952): De Noordnederlandse tegenstelling west-oost-zuid weerspiegeld in de A-woorden. Een dialectgeografische excursie om de Zuiderzee. In: KLOEKE, blz. 185–227.
[19] KLOEKE, G. G. (1952): Verzamelde Opstellen. Assen.
[20] KLOEKE, G. G. (1955): Het taallandschap van onze noordoostelijke provinciën, Amsterdam.
[21] REENEN. Pieter VAN (2006): In Holland staat een 'Huis'. Kloekes expansietheorie met speciale aandacht voor de dialecten van Overijssel. Amsterdam & Munster.
[22] REKER, Siemon (1993): Groninger bewegingen: factoren bij taalverandering. In: Taal en Tongval, themanummer 6, blz. 11–25.
[23] SWANENBURG, Jos & Roeland VAN HOUT (2012): Recent developments in the mid southern dialects. In: HINSKENS & TAELDEMAN, blz. 319–335.
[24] TAELDEMAN, Johan (2000): Primaire of secundaire diftongering? In: De Tier, blz. 383–390.
[25] TIER, Veronique DE, Magda DEVOS & Jacques van KEYMEULEN (red.) (2000): Huldealbum Hugo Ryckeboer. Gent.
[26] VRIES, Wobbe DE (1927): Zijn Bilts en Vriezenveens ontstaan doordat Friezen van taal veranderden?. In: Tijdschrift voor Nederlandsche taal- en letterkunde 46, blz. 198-209.