Název: Syntactische posities : een methodologische reflectie
Variantní název:
- Syntactic Positions : a methodological reflexion
Zdrojový dokument: Brünner Beiträge zur Germanistik und Nordistik. 2015, roč. 29, č. 2, s. [61]-75
Rozsah
[61]-75
-
ISSN1803-7380 (print)2336-4408 (online)
Trvalý odkaz (handle): https://hdl.handle.net/11222.digilib/134985
Type: Článek
Jazyk
Licence: Neurčená licence
Přístupová práva
přístupné po uplynutí embarga
Upozornění: Tyto citace jsou generovány automaticky. Nemusí být zcela správně podle citačních pravidel.
Abstrakt(y)
This contribution is methodological in nature. Assuming that syntax stands for the study of the relations between words and between word groups, the question arises which strategies native speakers are relying on for reconstructing these relations on the basis of the utterance (syntactic interpretation). One may adopt different positions on this question. We will treat three of them: the relations are being reconstructed on the basis of 1. discrete markers (forms), 2. discrete and non discrete markers (forms and senses), 3. a subsection of these discrete and non discrete markers. The aim of this study is to make plausible that the third option has the greatest explanatory power, because it is based on a distinction between syntactic interpretation on the one hand and semantic and pragmatic interpretation on the other.
Reference
[1] BEHAGHEL, Otto (1932): Deutsche Syntax. Eine geschichtliche Darstellung. Band IV. Heidelberg.
[2] BROEKHUIS, Hans (2013): Syntax of Dutch. Adjectives and Adjective Phrases. Amsterdam.
[3] BÜHLER, Karl (1934): Sprachtheorie. Die Darstellungsfunktion der Sprache. Jena.
[4] BUILLES, Jean-Michel (1998): Manuel de linguistique descriptive. Le point de vue fonctionnaliste. Paris.
[5] DE GROOT, A.W. (1949): Structurele syntaxis. Den Haag.
[6] DEN HERTOG, C.H. (1973): Nederlandse spraakkunst. Deel 3. Amsterdam.
[7] EBELING, C.L. (2006): Semiotaxis. Over theoretische en Nederlandse syntaxis. Amsterdam.
[8] GODIN, Pierre (1980): Aspecten van de woordvolgorde in het Nederlands. Een syntaktische, semantische en functionele benadering. Bibliothèque des Cahiers de l'Institut de Linguistique de Louvain, nr. 16. Louvain-la-Neuve.
[9] HAEGEMAN, Liliane (1994): Introduction to government & binding theory. Second edition. Oxford (UK)-Cambridge (USA).
[10] HAESERYN, Walter et al. (1997): Algemene Nederlandse Spraakkunst, Groningen-Deurne.
[11] KEENAN, Edward (1976): 'Towards a Universal Definition of 'Subject Of''. In: Charles N. LI (red.), Subject and topic. New York, 305–334.
[12] MARTINET, Andrew (1985): Syntaxe générale. Paris, Armand Collin.
[13] NIEUWBORG, Elie (1968): De distributie van het onderwerp en het lijdend voorwerp in het huidige geschreven Nederlands in zijn A. B.-vorm. Antwerpen.
[14] PAARDEKOOPER, P.C. (1956): 'Een schat van een kind'. In: De nieuwe taalgids 49, 93–99.
[15] PAARDEKOOPER, P.C. (1962): ABN Spraakkunst. Voorstudies, vierde deel. Den Bosch.
[16] PAARDEKOOPER, P.C. (1986): Beknopte ABN-syntaksis. Eindhoven.
[17] PAUL, Hermann (1920): Prinzipien der Sprachgeschichte. Halle.
[18] PEKELDER, Jan (1993): Conventies en functies. Aspecten van binominale woordgroepen in het hedendaagse Nederlands. Bibliothèque des Cahiers de l'Institut de Linguistique de Louvain, nr. 71. Louvain-la-Neuve.
[19] PEKELDER, Jan (2002): Décodage et interprétation. Ordres linguistique, iconique et pragmatique en néerlandais contemporain. Bibliothèque des Cahiers de l'Institut de Linguistique de Louvain, nr. 110. Louvain-la-Neuve.
[20] PEKELDER, Jan (2014a): 'Het Nederlandse subject een taalteken? Over SUB-PV-DOB- en PV-SUB-DOB-strings'. In: F. van de Velde et al. (red.), Patroon en argument. Een dubbelfeestbundel bij het emeritaat van William van Belle en Joop van der Horst. Leuven, 271–284.
[21] PEKELDER, Jan (2014b): 'Genuscongruentieverschijnselen binnen de Nederlandse NP'. In: Germanistica Pragensia XXIII, 119–130.
[22] RASIER, Laurent (2006): Prosodie en vreemdetaalverwerving: accentdistributie in het Frans en in het Nederlands als vreemde taal. http://hdl.handle.net/2078.1/4876.
[23] UHLENBECK, Eugenius Marius (1982): 'Enige beschouwingen over verleden, heden en toekomst van de taalwetenschap in Nederland'. In: Forum der Letteren 23, 3, 163–183.
[24] VAN DER HORST, Joop (1995): Analytische taalkunde. Groningen.
[25] VAN DER LUBBE, H.F.A. (1978): Woordvolgorde in het Nederlands. Een synchrone structurele beschouwing. Vierde druk. Assen.
[26] VAN WIJK, Carel. (2008): Toetsende statistiek. Basistechnieken. Een praktijkgerichte inleiding voor onderzoekers van taal, gedrag en communicatie, Bussum.
[27] WIERS, Evelyn (1978): 'Kleins 'Appositionele constructies''. In: Spektator 8, 1–2, 62–80.
[2] BROEKHUIS, Hans (2013): Syntax of Dutch. Adjectives and Adjective Phrases. Amsterdam.
[3] BÜHLER, Karl (1934): Sprachtheorie. Die Darstellungsfunktion der Sprache. Jena.
[4] BUILLES, Jean-Michel (1998): Manuel de linguistique descriptive. Le point de vue fonctionnaliste. Paris.
[5] DE GROOT, A.W. (1949): Structurele syntaxis. Den Haag.
[6] DEN HERTOG, C.H. (1973): Nederlandse spraakkunst. Deel 3. Amsterdam.
[7] EBELING, C.L. (2006): Semiotaxis. Over theoretische en Nederlandse syntaxis. Amsterdam.
[8] GODIN, Pierre (1980): Aspecten van de woordvolgorde in het Nederlands. Een syntaktische, semantische en functionele benadering. Bibliothèque des Cahiers de l'Institut de Linguistique de Louvain, nr. 16. Louvain-la-Neuve.
[9] HAEGEMAN, Liliane (1994): Introduction to government & binding theory. Second edition. Oxford (UK)-Cambridge (USA).
[10] HAESERYN, Walter et al. (1997): Algemene Nederlandse Spraakkunst, Groningen-Deurne.
[11] KEENAN, Edward (1976): 'Towards a Universal Definition of 'Subject Of''. In: Charles N. LI (red.), Subject and topic. New York, 305–334.
[12] MARTINET, Andrew (1985): Syntaxe générale. Paris, Armand Collin.
[13] NIEUWBORG, Elie (1968): De distributie van het onderwerp en het lijdend voorwerp in het huidige geschreven Nederlands in zijn A. B.-vorm. Antwerpen.
[14] PAARDEKOOPER, P.C. (1956): 'Een schat van een kind'. In: De nieuwe taalgids 49, 93–99.
[15] PAARDEKOOPER, P.C. (1962): ABN Spraakkunst. Voorstudies, vierde deel. Den Bosch.
[16] PAARDEKOOPER, P.C. (1986): Beknopte ABN-syntaksis. Eindhoven.
[17] PAUL, Hermann (1920): Prinzipien der Sprachgeschichte. Halle.
[18] PEKELDER, Jan (1993): Conventies en functies. Aspecten van binominale woordgroepen in het hedendaagse Nederlands. Bibliothèque des Cahiers de l'Institut de Linguistique de Louvain, nr. 71. Louvain-la-Neuve.
[19] PEKELDER, Jan (2002): Décodage et interprétation. Ordres linguistique, iconique et pragmatique en néerlandais contemporain. Bibliothèque des Cahiers de l'Institut de Linguistique de Louvain, nr. 110. Louvain-la-Neuve.
[20] PEKELDER, Jan (2014a): 'Het Nederlandse subject een taalteken? Over SUB-PV-DOB- en PV-SUB-DOB-strings'. In: F. van de Velde et al. (red.), Patroon en argument. Een dubbelfeestbundel bij het emeritaat van William van Belle en Joop van der Horst. Leuven, 271–284.
[21] PEKELDER, Jan (2014b): 'Genuscongruentieverschijnselen binnen de Nederlandse NP'. In: Germanistica Pragensia XXIII, 119–130.
[22] RASIER, Laurent (2006): Prosodie en vreemdetaalverwerving: accentdistributie in het Frans en in het Nederlands als vreemde taal. http://hdl.handle.net/2078.1/4876.
[23] UHLENBECK, Eugenius Marius (1982): 'Enige beschouwingen over verleden, heden en toekomst van de taalwetenschap in Nederland'. In: Forum der Letteren 23, 3, 163–183.
[24] VAN DER HORST, Joop (1995): Analytische taalkunde. Groningen.
[25] VAN DER LUBBE, H.F.A. (1978): Woordvolgorde in het Nederlands. Een synchrone structurele beschouwing. Vierde druk. Assen.
[26] VAN WIJK, Carel. (2008): Toetsende statistiek. Basistechnieken. Een praktijkgerichte inleiding voor onderzoekers van taal, gedrag en communicatie, Bussum.
[27] WIERS, Evelyn (1978): 'Kleins 'Appositionele constructies''. In: Spektator 8, 1–2, 62–80.